Terug naar home

Wat is hypermobiliteit of (hyperlaxiteit)

Bij hypermobiliteit heeft een kind een meer dan gemiddelde bewegingsmogelijkheid in zijn gewrichten. Dit komt heel veel voor. In Nederland bij 15-25% van de kinderen, bij jongens meer dan bij meisjes. Omdat het zoveel voorkomt wordt ook wel gezegd dat hypermobiliteit een variatie is op de normale bewegingsmogelijkheid in gewrichten. Er zijn ook kinderen die juist een mindere bewegingsmogelijkheid hebben. Dit heet hypomobiliteit, maar dit komt veel minder voor.

Klachten/symptomen

De meeste kinderen met hypermobiliteit hebben daar geen last van. Ze hebben geen moeite met sporten en bewegen soepel. Sommige kinderen met hypermobiliteit bewegen houterig omdat ze constant hun spieren aanspannen om de gewrichten in de goede stand te houden. Soms zie je de knieën hierdoor steeds naar achteren knikken bij het lopen. Vaak hebben ze een iets vertraagde motorische ontwikkeling, waardoor ze opvallen ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Kinderen met hypermobiliteit struikelen of vallen vaker. Dit alles kan frustratie opleveren en soms leiden tot faalangst. Bij sporten kan het leiden tot overbelasting van gewrichten, bijvoorbeeld enkels (frequent door de enkels gaan) en knieën. Het is niet duidelijk waarom het ene kind wel last heeft, het andere niet.

Oorzaak

Bij hypermobiliteit zijn gewrichtsbanden en andere structuren om een gewricht elastischer dan normaal. Hierdoor kunnen de gewrichten verder dan normaal bewegen en vaak overstrekken. Hypermobiliteit is een (erfelijke) aanleg en geen aandoening. Net zoals bijvoorbeeld aanleg voor blauwe ogen of bruine ogen.

Een deel van de kinderen met hypermobiliteit heeft een bindweefselziekte zoals Ehlers-Danlos of de ziekte van Marfan. Deze kinderen hebben meestal nog andere symptomen dan alleen houterig bewegen of overbelasting van gewrichten. Bij het vermoeden van een bindweefselziekte wordt uw kind terugverwezen naar de huisarts die dan besluit of verder onderzoek nodig is.

Testen

Hypermobiliteit wordt vastgesteld door van enkele gewrichten de bewegingsmogelijkheid te testen. Daarnaast wordt de motoriek uitgebreid bekeken.

Behandeling

Aan de hypermobiliteit zelf is niets te doen. Soms blijft het kind dit zijn hele leven houden, andere kinderen groeien er overheen. Aan de klachten, het houterig bewegen, de achterstand in motorische ontwikkeling, de pijn door overbelasting van bijvoorbeeld enkels en knieën, kunnen we wel wat doen.

Door het trainen van spierkracht, stabiliteit en conditie kunnen deze klachten snel minder worden. Daarnaast kunnen we adviezen geven over welke sporten geschikt kunnen zijn voor uw kind.

Bron:

http://www.orthopedie.nl/hypermobiliteit/

http://www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/beweging/hypermobiliteit.php